dinsdag 29 januari 2013

Boekverslag Het Bittere Kruid


Titel: Het bittere kruidAuteur: Marga Minco
Jaar van eerste uitgave: 1957Aantal bladzijden: 93Genre: psychologische roman
 

Samenvatting

De ik-persoon moet de jonge Marga verbeelden.

Het verhaal begint in 1939 als de Duitsers Nederland binnenvallen. De vrouwelijke ik-persoon komt met haar ouders in Breda terug. Ze waren net tijdelijk geëvacueerd vanwege de inval. Haar vader vindt niet nodig dat ze onderduiken, ook al is haar familie Joods. De ik-persoon denkt echter terug aan de tijd toen ze jonger was en denkt aan hoe ze toen al gepest werd omdat ze van Joodse afkomst was. De ik-persoon wordt ziek en tegelijkertijd verhuist de familie naar Amersfoort, waar al haar broer en diens vrouw Lotte wonen. Op een dag komt vader thuis met sterren die alle Joden dragen moeten. Ze zijn allen blij met deze gebeurtenis.
Het blijft echter niet bij alleen sterren; vader en Dave krijgen een oproep voor een werkkamp. Ze gaan niet, omdat vader een huidaandoening heeft en Dave net doet alsof hij een ziekte heeft door iets te gebruiken dat in een vreemd flesje zit. Op een gegeven moment komt het buurmeisje, die niet Joods is, van de ik-persoon langs en zegt dat ze een aantal spullen van de ik-persoon mooi vindt. Die antwoordt daarop dat het buurmeisje ze mee kan nemen, omdat zij er waarschijnlijk toch geen gebruik meer van kan maken. Nog steeds duiken ze echter niet onder, ondanks alle razzia’s die plaatsvinden, waar zelfs de zus van de ik-persoon bij opgepakt wordt. Weer komt er een oproep, maar nu voor allen. De ik-persoon, Dave en Lotte komen er onderuit met behulp van de dokter, die de ik-persoon en Dave nog steeds ziek verklaart, hoewel ze dat eigenlijk niet zijn. Lotte mag dan blijven om hen te verzorgen. Vader en moeder moeten wel weg. Zij gaan naar een getto in Amsterdam.
Op een dag besluit de ik-persoon om haar ouders op te gaan zoeken in Amsterdam ook al was dat in die tijd levensgevaarlijk geworden voor Joodse mensen. In Amsterdam aangekomen besluit ze daar een tijdje te blijven. Tijdens haar bezoek komt er echter een inval in haar ouderlijk huis. Haar ouders worden opgepakt, de ik-figuur niet omdat ze nog net door de achterdeur kon ontsnappen. Helaas hangt haar jas dan nog in het huis met daarin haar identiteitspas. Daardoor weten de Duitsers alles van haar wat ze weten moeten en is de ik-figuur haar leven dus niet meer zeker. Ze laat nu haar haar verven en ondergaat als het ware een metamorfose. Dan besluit om naar Dave en Lotte te gaan. Weer gaat ze met de trein, nu naar Utrecht. Lotte en Dave worden echter opgepakt op het station en de ik-persoon is nu dus nog in haar eentje over. Ze gaat maar weer naar Amsterdam en daar helpt Wout haar een onderduikadres te vinden. Gedurende het einde van de oorlog wisselde de ik-persoon nog een aantal keren van onderduikadres.
Na de oorlog besluit de ik-persoon haar en oom en tante op te zoeken in Zeist (Die oom en tante zijn tijdens de oorlog niet opgepakt omdat da familie van haar tante niet-joods is). Daar ziet ze haar oom bij de tramhalte staan en ze is dus blij dat hij haar opwacht (Dat doet hij echter niet alleen op die dag, maar op elke dag van de week). Tenslotte gaat ook die oom nog dood.



Verwachting

Ik had geen verwachtingen van het boek. Ik verwachtte hooguit dat het een beetje saai zou zijn, aangezien het een boek van net na de oorlog is, waar alles zonder gevoel en abstract wordt uitgelegd.


Thema en motieven

De Tweede Wereldoorlog staat centraal in het verhaal, samen met het leven van een joodse familie in deze tijd. Het bittere kruid, een rituele delicatesse voor joden, staat hier symbool voor de lijdensweg in het verhaal.

Het thema is het leven van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog en ook de angsten die daarbij ontstaan. Een ander thema is eenzaamheid. De hoofdpersoon raakt haar familie en vrienden kwijt en moet onderduiken bij vreemde gezinnen waar ze niet echt aansluiting bij kan vinden. Ze is nogal op zichzelf aangewezen.


Motieven:

  • Oorlog. Het verhaal speelt zich in de oorlog af, wat er voor zorgt dat je als lezer er steeds aan wordt herinnerd. Tijdens deze oorlog gebeuren ook de belangrijkste gebeurtenissen uit het leven van de ik-persoon.
  • Dood. Iedereen om de hoofdpersoon heen gaat namelijk dood. Iedereen van wie de ik-figuur hield, werd opgepakt door de Duitsers en vervolgens vermoord. Ook dat blijf je het hele verhaal merken. 
  • Verboden. De ik-persoon haalt enkele keren alle verboden aan die voor joden gelden. Ze vindt dat oneerlijk en gaat er ook tegenin, door illegaal met de trein te reizen.
  • Jodenvervolging
  • Familie
  • Opoffering


Beoordeling

Ik vond het geen bijzonder boek, alles gebeurde wel, maar er werden geen emoties getoond en alles werd zonder diepgang beschreven. De gebeurtenissen die in het boek plaatsvonden heb ik andere boeken vele malen erger ervaren dan in Het bittere kruid, het was nogal oppervlakkig. Dat kwam waarschijnlijk doordat de personages niet waren uitgewerkt. Je las wat ze deden, maar wist verder eigenlijk niks. Het las wel heel vlot daardoor, want de zinnen waren daardoor ook makkelijk en toegankelijk. Ik zou het niet iemand aanraden het voor zijn plezier te lezen.

Boekverslag Vaslav


Titel: Vaslav
Auteur: Arthur Japin
Jaar van uitgave: zevende druk, 2011
Jaar van eerste uitgave: 2010
Aantal bladzijden: 371
Genre: psychologische roman


Samenvatting

De roman heeft vier delen. Deze worden genoemd naar de vier vertellers van deze delen.
Peter (blz. 13-121)
Sergei Diaghilev (blz. 125-214)
Romola (blz. 217- 295)
Peter (blz. 299-366)

Het boek gaat over Vaslav Nijinski, de beste balletdanser ooit. Nijinski is de laatste tijd met allerlei rarigheid bezig, zijn bedienden en vrouw vinden dat hij veel te veel over alomvattende en onvoorwaardelijke liefde praat. Zijn vrouw denkt dat hij door weer op te treden vanzelf weer ‘normaal’ gaat doen. Ze organiseert een benefietvoorstelling. De dag van de voorstelling probeert zijn jeugdliefde Sergej Diaghilev langs te komen, maar zijn vrouw voorkomt dat door persoonlijk naar hem toe te gaan en met hem te spreken. Later die dag, wanneer het gehuurde hotelletje is volgestroomd met gasten, gaat Nijinski drieëntwintig minuten lang stil op het podium zitten. Nadat zijn vrouw vertwijfeld naar hem toe komt om te vragen of hij wil beginnen, staat hij gefrustreerd op en zegt: “Nu zal ik de oorlog uitbeelden.” Woest begint hij te dansen en allen zwijgen van angst en fascinatie. Opeens stopt hij met dansen en zegt: “Nu is het kleine paardje moe.” De voorstelling is afgelopen en al het gedoe er omheen wordt afgelast. Voor de rest van zijn leven danst Nijinski niet meer, noch spreekt hij. Zijn vrouw bezoekt allerlei psychiaters en dokters, maar niets helpt. Ook vluchten ze in de Tweede-Wereldoorlog nog voor de nazi’s.
Het boek, een soort biografie in een verhaalvorm, is niet het soort boek dat mij normaal aanspreekt. Toch vond ik dit boek heel interessant om te lezen, waarschijnlijk omdat het echt gebeurd is. Hierdoor zijn de personages ook heel goed, duidelijk en maken ze vrijwel logische keuzes. De opbouw van het verhaal was erg leuk, maar op zijn tijd ook wel verwarrend. Het slechtste aan de opbouw vond ik het feit dat het eigenlijke hoogtepunt van het verhaal, al halverwege werd verklapt. Een resultaat hiervan was wel dat je je afvroeg wanneer het nou eindelijk zou komen. Eerst zorgde dit voor spanning, maar later voor ergernis, omdat de nieuwigheid er wel af was. De gebeurtenissen in het verhaal waren niet bijster bijzonder verteld, maar vanwege het feit dat het echt gebeurd is, kan je er wel een extra dimensie in zien. Dat was leuk. Het taalgebruik in het boek was goed te begrijpen, het enige wat mij opviel was dat Japin er af en toe vrij filosofische teksten instopte, die soms klopten met het verhaal, maar even vaak voor een korte verbijstering zorgden.
Het motto van het verhaal is een citaat van Tolstoj: “Wil je gelukkig zijn, wees dan gelukkig.” Verder zit er aan het begin van ieder deel van het boek nog een klein citaat. Deel één: “JE MOET WORDEN WIE JE BENT!” van Nietzsche. Deel twee: “IK BEN GOD IN EEN LICHAAM. IEDEREEN HEEFT DAT GEVOEL, MAAR NIEMAND MAAKT ER GEBRUIK VAN.” van Vaslav Nijinski. Deel drie: “AL HET MOGELIJKE DOEN IS ONBELANGRIJK, HET ENIGE WAT TELT IS DAT JE HET ONMOGELIJKE VOOR ELKAAR KRIJGT.” van Sergej Pavlovitsj Diaghilev. Het laatste deel is weer van Nietzsche en luidt: “IK ZOU ALLEEN KUNNEN GELOVEN IN EEN GOD DIE DANST.”


Verwachting

Mijn verwachtingen van het boek waren vrij hoog. Mijn vader, moeder en mijn tante en oom hadden het boek allemaal gelezen en aan elkaar doorgegeven, omdat ze hem zo mooi vonden. Ook vriendinnen zeiden dat het een mooi boek was en dat je het in één keer uit wil lezen. Dus ik verwachtte er vrij veel van en was erg nieuwsgierig.


Thema en motieven

Het meest voor de hand liggen thema van dit boek is liefde. Het hele boek draait om Vaslav en om hoe hij zijn boodschap, onvoorwaardelijk en alomvattende liefde voor iedereen, aan de wereld brengt. Lise en Peter zijn al sinds hun jeugd bij elkaar en weten dus ook alles van elkaar. Peter verlangt af en toe naar een wat spannender, exotischer leven, terwijl Lise vooral gelukkig wil zijn met wat ze heeft. De liefde tussen Vaslav en Sergej en Vaslav en Romola laat de lezer ook nog nadenken over wat voor vormen van liefde er zijn en over hoe men die in de praktijk kan brengen. Vaslav zegt, wanneer hij zijn dochtertje wil ophalen van een soort internaat ook: ''Ik wil gewoon mijn dochter vasthouden!''  Dit zijn allemaal verschillende soorten liefde en laten zo heel mooi de verschillen en overeenkomsten tussen liefde zien.

Motieven:
  • dansen
  • liefde
  • zorg
  • het psychologische proces van het langzaam gek worden
  • trots
Beoordeling
Ik vond het zeker een mooi boek. Het was niet zo dat ik hem in één keer heb uitgelezen, want steeds na het deel van Peter had ik wat moeite met het deel van Sergej. Dat vond ik het minst leuke deel van het boek. Ik vond het interessant te lezen om vanuit verschillende oogpunten te kijken naar de man waar het allemaal om draait, namelijk Vaslav. Ik vond het een intrigerend boek en ik was blij om te lezen hoe het uiteindelijk is vergaan met Vaslav. Ik vond wel dat het vrij lang duurde voordat het uitgesproken werd wat er nou met Vaslav gebreurde, ik voelde het al de hele tijd aankomen, maar het werd maar niet uitgesproken, dat vond ik wel een minpunt.

Boekverslag De Tweeling

Standaarinformatie
Titel: De Tweeling
Auteur: Tessa de Loo
Jaar van uitgave: 16e druk, 1995
Jaar van eerste uitgave: 1993
Aantal bladzijden: 435
Genre: autobiografische/psychologische oorlogsroman

Samenvatting
Ergens in de jaren ’90 ontmoeten twee bejaarden vrouwen elkaar in een kuuroord in Spa. Ze blijken een tweeling te zijn die na de dood van hun ouders van elkaar gescheiden zijn.
De wat ziekelijke (TBC) Lotte wordt door familie meegenomen naar Nederland. Daar groeit ze op onder goede omstandigheden. In de oorlog verbergt het gezin Joden. Lotte wordt verliefd op een jood die voor ze zich kunnen verloven afgevoerd wordt. Later trouwt ze met een andere man, ook een jood.
Anna groeit op bij haar grootvader en diens zoon. Ze werkt ongelofelijk hard in het boeren bedrijf, maar het gaat allemaal redelijk. Totdat haar oom trouwt met een verschrikkelijke vrouw die Anna onderdrukt, pest en kleineert. Het gaat uiteindelijk zo ver dat Anna fysiek zo waar mishandeld wordt door haar oom dat de lokale dominee, een goede vriend van Anna, haar naar een klooster laat brengen waar ze opknapt.
Tijdens de oorlog trouwt Anna met een nazi en werkt als huishoudster bij een adellijke familie. Als haar man dood is en de familie de omgeving ontvlucht gaat ze als Rode Kruis zuster werken.
Lotte en Anna ontmoeten elkaar tijdens de oorlog, maar deze ontmoeting blijkt een totale desillusie. Pas een kleine 50 jaar later ontmoeten ze elkaar per ongeluk weer in een kuuroord. Gedurende eindeloze gesprekken vertellen ze elkaar hun geschiedenis en laten twee kanten van de oorlog zien. Die van de gewone Duitser en die van de bezette, joden steunende Nederlander. Tijdens deze gesprekken probeert Anna zichzelf duidelijk te maken aan haar zus, maar die wil de andere kant van haar eigen verhaal niet horen.
Pas als Anna onverwacht sterft beseft Lotte hoe ongenaakbaar ze zich gedragen heeft en vraag ze zich af waarom ze niet wat opener is geest voor Anna’s pogingen van toenadering. Of dit uit een niet eens tegen Anna bedoelde wraak was of uit solidariteit voor haar doden. Dan geeft ze voor het eerst aan de wereld toe dat Anna haar zus was.

Verwachting
Ik verwachtte dat het een mooi boek zou zijn, omdat mijn moeder dat had gezegd. Ook had ik wel eens over de film gehoord en gehoord dat het een mooi en goed verhaal was. Ik had verwacht dat het een zielig boek zou zijn. En dat het fijn geschreven zou zijn. Ook had ik van een vriendin gehoord dat het een saai boek was, nou houdt zij niet zo van lezen, maar ik wist daardoor niet zo heel goed wat ik kon verwachten.
Thema en motieven
Het thema in het boek is verzoening/hereniging. Het verhaal beschrijft immers de onmogelijke verzoening van een tweeling.
Een motief is het koffiedrinken in cafétjes en de lange wandelingen die de zussen maken in de tegenwoordige tijd van het verhaal. In het kuuroord zelf spreken ze elkaar bijna niet, maar zodra ze samen eruit gaan komt de oorlog weer ter sprake.
Motieven:
- Schuld
Lotte wil de schuld van de oorlog op heel Duitsland schuiven en daarmee vooral op Anna. Ze heeft soms het idee dat Anna haar, door het maken van bepaale uitspraken beschuldigd.
“’Ik geloof niet’, Lotte kwam langzaam uit haar stoel overiend, ‘dat ik de behoefte heb om het te begrijpen. Eerst hebben jullie de wereld in brand gezet en nu willen jullie ook nog dat we ons in jullie beweegredenen verdiepen.’”(blz. 40)

- de Dood
De dood komt steeds terug in het verhaal, eerst gaan de ouders van Lotte en Anna dood, dan een vriend van Lotte, de man van Anna, de man van Lotte en tot slot Anna zelf. Ook sterven er natuurlijk een heleboel mensen door de oorlog.
“Nu vraag ik je, Anna was onverstoorbaar, waarom geloven we eigenlijk dat de geestelijke existentie van de overledene nog gebonden zou zijn aan die ene plek? Waarom gaan we erheen? Uit nostalgie? En wie verdienen er aan? De bloemenhanderlaren, de tuinlieden, zij die grafstenen maken, er is een hele industrie aan verbonden.”(blz. 420)

- Generalisering
Anna en Lotte hebben een steeds terugkerend meningsverschil over de oorlog, Lotte vindt dat alle Duitsers schuld hebben aan de oorlog, ze waren allemaal fout.
“Ik heb niets met dat volk te maken, riep lotte vol afkeer. Zichzelf tot kalmte manend liet ze er hooghartig op volgen: Ik ben een Hollandse in hart en nieren. Schemerde er iets van medelijden door in de blik die Anna haar toewierp?’Meine Liebe, zei ze sussend, ‘zes jaar lang zaten we op schoot bij dezelfde vader, jij op de ene knie, ik op de andere… Dat kun je toch niet zomaar uitvlakken?’” (blz. 40)

- Teleurstelling
Lotte had zich er zeer op verheugd Anna weer te zien, maar dat bleek helemaal niks te worden. Ook als ze elkaar deze laatste keer weer ontmoeten loopt het niet soepel tussen de twee, wat steeds weer voor teleurstellingen zorgt. Ook heel Anna’s leven heeft uit teleurstellingen bestaan, omdat ze steeds heel hard heeft moeten werken en haar man verloor. Lotte had ook aan hun eerdere ontmoetingen hoge verwachtingen, maar die bleken tegen te vallen.
“Traag draaide ze zich om, tussen de winterjassen lichtte een bleek gezicht op… een rond en tegelijk spits gezicht waarin de tegenstellingen elkaar leken op te heffen. In een reflex stak Lotte haar het zakdoekje toe, de ander nam het aarzelend aan. ‘Anna? De vrouw tegenover haar sloot ter bevestiging heel even haar ogen. Op het poëzieplaatje in Lottes hoofd vielen de twee zusters elkaar in de armen, op het perron in Keulen gaven ze elkaar stijfjes een hand en glimlachten wolkjes in de bevroren lucht.” (blz. 192)

- Herinneringen
Het hele verhaal bestaat uit herinneringen, ze gaan elkaar hun levensverhaal vertellen, wat totaal verschilt en hun paden kruisen zich maar een paar keer, dus voor de rest zijn het alleen de herinneringen aan hun leven die ze elkaar nog kunnen vertellen.
“Herinner je je nog onze badkuip in Keulen? Op leeuwenpotjes? In de keuken?’
Lotte fronste haar wenkbrauwen. Haar schoot een ander bad te binnen. Peinzend keek ze naar buiten, waar een winterse zon de gebouwen een naakt aanzien gaf. Elke zaterdagavond waste mijn vader ons om de beurt in een teil.’
‘Je vader?’
‘Mijn Hollandse vader.’ Lotte glimlachte ongemakkelijk. ‘Hoe was hij.. ik bedoel, wat waren het voor mensen… Als kind heb ik me allerlei voorstellingen gemaakt…’ (blz. 33)

- De tegenstelling eenzaamheid/verbondenheid
Ondanks de verbondenheid omdat ze tweeling zijn voelen Lotte en Anna zich beiden alleen en slachtoffer. De enige manier waarop ze kunnen praten is tijdens het eten. Pas na Anna’s dood kan Lotte zich met haar verzoenen. Verder zijn Anna en Lotte Duitsland en Nederland, die zich ook moeilijk met elkaar verzoenen.
”Hoewel ze allengs meer begrip voor Anna had gekregen, en sympathie, was ze moedwillig, halsstarrig blijven steken in ongenaakbaarheid.” (blz. 479)
“Vervelende dingen kun je maar het beste meteen zeggen…Jij komt hier vol verwachtingen naartoe maar ik.. ik zeg het je eerlijk… ik weet helemaal niet wat dat is… familie… of een speciaal familiegevoel. Entschuldigung, maar nu je op eens als een vrouwelijke Lazarus teruggekomen bent weet ik niet wat ik met je moet geinnen.. Ik heb me er al zo lang geleden mee verzoend dat het mijn lot is alleen te zijn op deze aardbol.. ik hoor bij niemand, niemand hoort bij mij, dat zijn de feiten, ik heb je niets te bieden.” (blz. 195)

Beoordeling
Ik vond het een ontzettend mooi boek. Het was niet saai, maar je moest wel even door het begin heen, omdat daar nog niet zo veel gebeurd. Ik vind het heel mooi om te lezen hoe beiden vrouwen een totaal ander leven leiden en hoe zij daardoor beiden een totaal andere kijk op de wereld en de mensen om hun heen hebben. Ik zou het boek mensen zeker aanraden als je houdt van oorlogsromannen en als je het leuk vindt persoonlijke verhalen te lezen.

Nieuwe Zakelijkheid: Kaas (klas 6)


Nieuwe Zakelijkheid: Kaas van Willem Elsschot

A (algemene informatie):

Titel: Kaas
Auteur: Willem Elsschot
Jaar van uitgave: 2004
Jaar van eerste uitgave: 1933
Aantal bladzijden: 112
Genre: pseudo-autobiografische roman

Samenvatting:

In de inleiding over de stijl vergelijkt Elsschot deze met muziek en vervolgens komt er een breder opgezette vergelijking: een blauwe lucht die langzamerhand met wolken wordt bedekt, terwijl gongslagen weerklinken. Uit deze uitvoerige bergelijking kan men opmaken dat de schrijver het begrip stijl opvat als de kunst een boek zo te 'componeren' dat het de lezer doorlopend boeit; de lezer moet voortdurend in spanning uitzien naar wat komt en de schrijver moet hem telkens weer verrassen met onverwachte dingen.

Merkwaardig, want afwijkend van wat in romans gebruikelijk is, is de opsomming van personages en elementen, vóór het eigenlijke verhaal begint. Iets dergelijks verwacht men eerder bij een toneelstuk. Bij Frans Laarmans staat: klerk, daarna koopman, daarna weder klerk. Dit is eigenlijk heel in het kort de inhoud van de roman.
Laarmans' moeder sterft. Op de begrafenis maakt het kennis met Van Schoonbeke, die hem uitnodigt tot een bezoek. Wekelijks is er bij deze rijkaard een bijeenkomst van rijke, invloedrijke, gewichtige lieden; althans zij doen zich zo voor. Laarmans, die een pennelikker is, voelt zich in dit milieu misplaatst. Van Schoonbeke biedt hem nu aan, vertegenwoordiger van een Hollandse kaasfirma te worden. Laarmans stemt toe. Hij gaat naar Amsterdam en krijgt daar bij de firma Hornstra een contract. In Schoonbeke's vriendenkring kan hij nu doorgaan voor groothandelaar in voedingswaren!
Frans krijgt van zijn broer, de dokter, een schriftelijke verklaring, dat hij een maand niet kan werken. Hij krijgt die maand ziekteverlof, maar zonder behoud van salaris. Hij richt zijn kantoor in en bestelt brievenpapier. De 10.000 kazen arriveren en worden in een veem opgeslagen. Laarmans gaat op zoek naar een bureau en een schrijfmachine. Op de club van Schoonbeke verkoopt hij aan ieder der aanwezigen één bol… voor de prijs van de groothandel. In een advertentie vraagt hij om agenten en krijgt 164 brieven, die hij alle beantwoordt. Mensen van het kantoor komen hun 'zieke' collega een geschenk aan bieden.
Van de 30 agenten die hij aanstelt, hoort hij voorlopig niets. Hij wordt tot plaatsvervangend voorzitter gekozen van de Vakbond van Belgische kaashandelaren en moet met enkele andere kaas-prominenten naar het Departement van Handel om ver mindering van invoerrechten te bepleiten. Van het onderhoud met de directeur-generaal begrijpt hij niets, maar als hij in wanhoop uitroept dat hij er genoeg van heeft, raakt de directeur-generaal, die zijn woorden verkeerd opvat, zo onder de indruk dat de verlaging wordt toegestaan.
Ten- einde raad – er is praktisch nog geen kaas verkocht – gaat Laarmans advies vragen bij Boorman, adviseur voor kooplieden, wonend in Villa des Roses (!) te Brasschaet. Diens goede raad helpt niet. Als Laarmans eindelijk een winkel durft te betreden om zijn kaas te slijten, blijkt de winkelier de vorige agent van Hornstra te zijn.
Laarmans geeft het op. Als Hornstra komt , durft hij zelfs de deur niet te openen. Hij wordt weer klerk. En dan ontvangt hij van een agent uit Brugge een bestelling van 4200 kilo! Te laat!

B (Specifieke opdracht: verwerkingsvragen)
a) Kenmerken van de nieuwe zakelijkheid:
  • nuchtere, strakke en korte zinnen
  • sobere stijl
  • weinig plaats voor gevoel
  • geen versieringen of mooischrijverij
  • dagelijks leven
  • kritiek op de samenleving (vooral fascisme)
     
b) Toelichting:
  • Maar het opslaan is bijzaak. Dat doe ik trouwens niet eens zelf, want ik wil de kaas niet in mijn huis. De buren zouden protesteren en daar heb je de Vemen voor. De verkoop is hoofdzaak en tekenend voor mijn bedrijf. De omzet, zoals Hornstra zegt. → korte zinnen en nuchtere zinnen
  • 'Maar hoe raak ik al de kaas kwijt? Dat is de vraag.
    Ik ben een ogenblik van plan geweest met een paar kazen in mijn valies al de winkels van de stad te bezoeken waar kaas verkocht wordt. Maar met dat systeem zou mijn kantoor alleen staan en overbodig worden. En ikzelf ben hier toch onmisbaar voor correspondentie en boekhouding, dunkt mij. Ook kan ik het niet aan mijn vrouw overlaten de mensen, die zouden telefoneren, te woord te staan. Zij heeft zo al werk genoeg.' →
    dagelijks leven

  • In het gehele boek komen korte en nuchtere zinnen voor. Ook worden er geen versieringen aan de tekst toegepast, het is heel makkelijk en sober. Kaas gaat over een man die in de kaaswereld terecht komt en over zijn oude baan en de gedachtes hoe hij de kaas kwijt kan raken. Dit is de normale gang van zaken → verwoordt het dagelijks leven
c) Ik vind Kaas erg representatief voor de Nieuwe Zakelijkheid. De schrijfstijl komt geheel overeen met wat typerend is voor de Nieuwe Zakelijkheid. Korte, nuchtere en sobere zinnen, niet te veel gevoel en vooral geen tierelantijnen. Het enige wat niet echt in het boek voorkomt is de kritiek op het fascisme.